U kan de spelregels van de maatschap grotendeels vrij bepalen en uitwerken in de statuten. Door een recente wetswijziging en een aantal beslissingen van de Vlaamse belastingadministratie (‘Vlabel’) zijn er wel enkele aandachtspunten waarmee u best rekening houdt bij het opstellen/wijzigen van de statuten. Wij zetten er enkele voor u op een rij.
1. Behoud niet alle macht als zaakvoerder
Het is belangrijk om een evenwichtige verdeling van bevoegdheden te voorzien tussen de maten en de zaakvoerder. Als u als ouder aan uw kinderen schenkt en nadien de volledige controle over het geschonken vermogen blijft uitoefenen, kan er volgens Vlabel geen sprake zijn van een echte schenking. In dat geval gaat het om een schenking die pas uitwerking krijgt op het moment dat de schenker overlijdt. Dit heeft tot gevolg dat er toch erfbelasting zal verschuldigd zijn bij uw overlijden.
Als uit de statuten van uw maatschap blijkt dat u als zaakvoerder een te grote controlebevoegdheid heeft, kan u deze bevoegdheden verminderen via een statutenwijziging.
2. Overdrijf niet met inkomstenbehoud
Let ook op met een te grote mate van inkomstenbehoud. Als u een schenking heeft gedaan met een overdreven hoge rentelast, zou u als schenker op termijn de schenking kunnen uithollen. Vlabel is van mening dat er dan geen schenking is. Met als gevolg dat er toch erfbelasting dient betaald te worden.
Voor nieuwe schenkingen kan het daarom aangewezen zijn om de rentelast te begrenzen tot een bepaald percentage (vb. 50 of 80%) van de waarde van de oorspronkelijke schenking. U kan als schenker dan nooit méér rente opnemen dan het vastgestelde percentage. Zo is er geen risico dat de schenking wordt uitgehold.
3. Anticipeer op mogelijke wilsonbekwaamheid van één van de maten
Tot slot is er ook een belangrijke nieuwigheid in het kader van de benoeming van de zaakvoerder van de maatschap. Het mandaat van de zaakvoerder wordt beschouwd als een lastgeving van de maten aan de zaakvoerder. Daarom zijn de regels van de lastgeving hierop van toepassing, waaronder artikel 2003 B.W.. Dit artikel bepaalde oorspronkelijk dat een gewone volmacht automatisch eindigt wanneer de lastgever (in dit geval één van de maten) feitelijk onbekwaam wordt of zich in een staat van verkwisting bevindt. Dit kan betekenen dat wanneer één van de maten wilsonbekwaam zou worden, het zaakvoerderschap in het gedrang kan komen.
Sinds 1 maart 2019 is het mogelijk om hiervoor een oplossing te voorzien in de statuten. Het nieuwe artikel 2003 B.W. bepaalt namelijk dat de volmacht blijft bestaan bij wilsonbekwaamheid van één van de maten als dit uitdrukkelijk voorzien is in de statuten.
Uiteraard kan dit ook worden opgenomen in een zorgvolmacht, die iedere maat afzonderlijk opmaakt. Hierin duidt hij of zij de zaakvoerder aan als lasthebber voor beslissingen binnen de maatschap. Het nadeel hiervan is wel dat het eenzijdig herroepbaar is. Om absolute zekerheid te hebben dat de zaakvoerder zijn bevoegdheden zal kunnen blijven uitoefenen, zelfs als één van de maten wilsonbekwaam wordt, regelt u dit dus best in de statuten.
Conclusie
Het kan nuttig zijn om de statuten van uw maatschap op bovenstaande punten bij te sturen. Laat ze ook geregeld herbekijken door een specialist. Zo blijft u altijd in lijn met de laatste wet- en regelgeving. Contacteer ons gerust als u nog vragen of opmerkingen heeft.